Twee weken geleden werd bekend dat Merwede LAB opnieuw Europese subsidie heeft ontvangen: Kansen voor West III, dat het zal besteden aan het opzetten van Collectieve Kracht. Hoog tijd om het te hebben over waarom Europees geld goed besteed is aan dit innovatielab. Wat maakt Merwede LAB zo bijzonder? En waarom is dit project relevant op Europese schaal? We spraken met Ruud van Raak, programmamanager managementautoriteit Kansen voor West.
Lessen uit Kansen voor West II
Een Europese subsidie is voor Merwede LAB niet nieuw. Eerder kreeg het de Kansen voor West II subsidie toegekend. Terugkijkend op Kansen voor West II, benadrukt Van Raak vooral de unieke samenwerking die achter het Merwede LAB schuilt: “Het bijzondere aan dit project was dat vastgoedpartijen, bouwbedrijven, gemeenten en wijkorganisaties niet alleen rond de tafel zaten, maar ook daadwerkelijk financieel bijdroegen en een gezamenlijke organisatie opzetten. Ze hebben het echt als een gezamenlijke opgave gezien.”
Dat die unieke samenwerking zijn vruchten afwerpt, moge duidelijk zijn. Zo leverde het CO2-monitoringonderzoek waardevolle inzichten op over het meten en reduceren van uitstoot in stedelijke gebieden. Ook praktische innovaties, zoals het onderzoek naar efficiënter gebruik van fietsenstallingen, bewezen hun waarde voor een toekomstbestendige stad. De uitdagingen die we in Nederland hebben, zijn niet uniek: ook andere Europese steden plukken de vruchten van de gegenereerde handvatten en inzichten.
Kansen voor West III: De volgende stap
Met het project ‘Collectieve Kracht’ zet Merwede LAB een stap verder. “Dit project bouwt voort op de eerdere samenwerking, maar nu worden de circulaire principes ook daadwerkelijk geïmplementeerd,” legt Van Raak uit. “Wat het bijzonder maakt, is dat de hele keten – van circulaire grondstofleveranciers tot financiële partijen en vastgoedontwikkelaars – samenwerkt om een duurzame en opschaalbare blauwdruk te ontwikkelen.”
Waarom Europese steun?
Europa investeert in projecten als Merwede LAB omdat ze laten zien hoe duurzame (en circulaire) bouw op grote schaal kan werken. “Er zijn veel kleinschalige experimenten, maar dit project laat zien hoe je circulaire principes op wijkniveau kunt toepassen. Dat maakt het interessant als model voor andere steden in Nederland en Europa.” Bovendien helpt Europese subsidie om innovatie te versnellen en de kloof te overbruggen tussen experiment en commerciële haalbaarheid. “In deze fase zijn er vaak nog geen private financiers die de risico’s willen nemen. Daarom is publieke ondersteuning cruciaal.”
Wanneer is het project geslaagd?
Volgens Van Raak is het project succesvol als de betrokken partners tevreden zijn én als het concept breder toepasbaar blijkt. “De echte impact zit in de opschaalbaarheid. Als we een circulaire wijkontwikkelingsaanpak creëren die elders als blauwdruk kan dienen, dan hebben we echt iets bereikt.”
Kennisdeling en samenwerking
Merwede LAB trekt al internationale belangstelling, maar Van Raak benadrukt dat het delen van kennis essentieel blijft. Daarnaast ziet hij kansen voor nog sterkere verbindingen tussen circulaire initiatieven: “In Nederland gebeurt al enorm veel op dit gebied. Als we projecten beter met elkaar verbinden en kennisuitwisseling stimuleren, kunnen we de impact verder vergroten.” Daarom is hij zo enthousiast over Collectieve Kracht, dat door een consortium van Merwede LAB, Building Balance en Circular Finance Lab leven werd ingeblazen.
De toekomst van circulaire bouw
Wat kunnen andere projecten leren van Merwede LAB? Volgens Van Raak is het essentieel om ketensamenwerking vanaf het begin centraal te stellen. “Veel circulaire initiatieven mislukken omdat ze te gefragmenteerd zijn. De kracht van Merwede LAB is dat de hele keten meedoet, van grondstofleveranciers tot eindgebruikers. Dat zorgt voor structurele verandering.”
Met de steun van Kansen voor West III blijft Merwede LAB pionieren in duurzame gebiedsontwikkeling. En wie weet, misschien wordt ‘Collectieve Kracht’ wel hét Europese model voor circulaire steden van de toekomst.
Beeld: Het groene en klimaatadaptieve zuidelijke wijkplein in Merwede © LOLA Landscape Architects